(foto Alejandro Chaskielberg)
In de afgelopen tien jaar is Indonesië veranderd van een suikerexporterend
land naar een grote importeur. Met een bevolking van 240 miljoen inwoners – met
een snel veranderend voedingspatroon - is het land de grootste suikerconsument
van Zuidoost-Azië. Om de lokale boeren te beschermen mag alleen rauwe suiker
worden geïmporteerd voor verwerking tot geraffineerde suiker voor de voedsel- en
drankproductie. De productie van kristalsuiker blijft zo gereserveerd voor de
suikerrietkwekers.
Maar vorig jaar zijn er vergunningen afgegeven om kristalsuiker te maken van
geïmporteerde rauwe suiker, om aan de groeiende vraag te voldoen. Dat betekent
een scheur in het systeem, die grote gevolgen kan hebben voor boeren die het al
niet gemakkelijk hebben.
Brazilië
In 1974 was Brazilië het eerste land ter wereld dat alcohol (ethanol)
gebruikte als alternatieve brandstof voor auto's. Tegenwoordig rijden bijna alle
auto's in het land op deze biobrandstof. Enorme gebieden zijn veranderd in een
‘groene woestijnen'. Suikerriet is dubbel en dwars een winstgevend gewas en het
maakt het land ongevoelig voor ontwikkelingen op de oliemarkt. De welvaart
groeit, er ontstaat een middenklasse.
Maar in het noorden van het land lijkt de tijd stil te staan. In de heuvels
waar machines niet uit de voeten kunnen en geoogst wordt met de hand, werken
rietkappers onder barre omstandigheden. Hoewel de slavernij werd afgeschaft
(laat, in 1888) was in 1993 een kwart van de rietkappers tussen zeven en
zeventien jaar. De Verenigde Naties constateerden in 2004 dat tussen de 25.000
en 40.000 Brazilianen als ‘slaven' werken. Onofficieel zijn dat er
waarschijnlijk meer.
Suriname
Suiker lijkt nooit een rol te hebben gespeeld in de geschiedenis van
Suriname. Plantages zijn de afgelopen eeuw overwoekerd door het oerwoud, de hele
industrie is ingestort. Toch heeft de suiker sporen achtergelaten.
Rond 1650 introduceerden de Britten suikerplantages in Suriname, inclusief
slavernij. De lokale indianenstammen werden te zwak beoordeeld om het zware werk
te doen. Na de tweede Engels-Nederlandse oorlog nam Nederland het wingewest over
in ruil voor Nieuw Amsterdam (New York). Op dat moment woonden er al Portugese
Joden die het noorden van Brazilië waren ontvlucht, toen dat werd overgenomen
door de Portugezen. Hollandse Joden sloten zich bij hen aan, evenals
Franse Hugenoten en Duitse Joden, oorspronkelijk uit Rusland en Polen.
Na de afschaffing van de slavernij werden de slaven op de plantages vervangen
door contractarbeiders, voor een groot deel afkomstig uit Brits-Indië
(hindoestanen) en Indonesië (moslims). Hoewel de overheid meende raciale
problemen tegen te moeten gaan met wetten en gescheiden wijken, mengden de
verschillende bevolkingsgroepen zich welwillend met elkaar.
Nederland
Voor de Fransen Nederland innamen, was Amsterdam het centrum van de handel in
suiker. Maar net als met de bankencrisis leidde speculatie tot een crash, de
import van ruwe suiker uit de koloniën stopte en Napoleon verbood de handel
tussen Nederland en afzetmarkt Engeland.
Het gevolg was dat Nederlanders zich in bietenteelt gingen verdiepen. Dat was
te allen tijde een duurder proces dan suiker winnen uit suikerriet. De
bietenindustrie is altijd beschermd met tarieven, wetten en importbeperkingen.
Tot 2006, toen Europa bepaalde dat het anders moest. De gegarandeerde prijs voor
suiker werd verlaagd met 36 procent.
Zo'n vijfduizend boeren stopten met de bietenteelt, en drie van de vijf
fabrieken sloten. Alleen die in Hoogkerk (Groningen) en Dinteloord
(Noord-Brabant) bleven bestaan. De productie daalde van 1,1 miljoen ton per jaar
naar iets onder 1 miljoen ton, nog steeds hoger dan het quotum van 805.000 ton
per jaar.
‘The sweet and sour story of sugar' is onderdeel van Fotomanifestatie
Noorderlicht ‘Twenty'. De tentoonstelling is nog t/m 13 okt te zien in de oude
suikerfabriek in Groningen, di t/m zo, 11-18 u, routebeschrijving op
www.noorderlicht.com.
‘The sweet and sour story of sugar' is bovendien een lijvig boek 260 blz.,
€44,50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten